Het Kistje van de Kaiser
Het Duitse keizerrijk viel in 1918, maar een harde kern van monarchisten heeft dat nooit geaccepteerd. Steun komt vooral van enge clubs die de democratie verachten. Zo papte de adel aan met Hitler, die liet doorschemeren dat hij het keizerrijk wilde herstellen. Dat was een leugen om meer conservatieve stemmen binnen te harken, dus de monarchisten kwamen bedrogen uit. Nog in 2022 ging een aristocraat een kongsi aan met de rechts-extremistische Reichsbürger voor een heuse staatsgreep, waarover in deze reportage van de Duitse WDR:
Duitsland lijkt een stabiele democratie, maar het oude, heerszuchtige keizerlijke spook is nog niet bezworen. Het goede nieuws is dat Nederland daar een handje bij kan helpen. De kracht van een monarchie zit namelijk in haar symboliek, en laten we hier nou het belangrijkste keizerlijk symbool in huis hebben: de laatste Duitse keizer zelf, in eigen persoon! Nou ja, zijn stoffelijk overschot dan, zo voor het oprapen.
Want de naar Nederland gevluchte ex-keizer Wilhelm II is dan wel morsdood sinds 1941, maar ligt nog steeds in de wachtkamer. Je kunt de man zelfs bezoeken. Kijk maar door de vensters van het kleine mausoleum naast keizerlijk ballingsoord Huis Doorn, daar staat zijn kist. Zou hij die van zijn eigen hout hebben laten timmeren? Wilhelm kapte namelijk talloze bomen op het landgoed om fit te blijven.
En nu is hij een fitte dode met enorm uithoudingsvermogen, want je bent hier live getuige van zijn eindeloze uitvaart die sluimert in een langgerekte pauze. Wilhelms gebalsemde kadaver is bevroren in de tijd zoals sneeuwwitje in haar glazen kist, tot er verlossend bericht komt uit Duitsland; namelijk dat daar de monarchie is hersteld. Pas dan wil hij terug. Alle rouwende gasten op de plechtigheid in 1941 zijn intussen dood en begraven, maar de Kaiser zelf heeft alle tijd. Hij ligt hier in stil protest tot ze hem met alle eerbetoon terugdragen en bijzetten in het familiemausoleum bij paleis Sanssouci in Potsdam. Niet als onttroonde Hohenzollern, maar weer als vorst. Oh, heeft een lijk nog iets de willen dan? Jazeker, want als symbool is Wilhelm dus nog springlevend.
Dat begreep ik nog niet toen ik eind 1994 voor het eerst door dat raampje keek. Ik zag daar een relict liggen dat ik bijna dwars door het glas meende te kunnen ruiken, de muffe geur van een met mottig fluweel bespannen schrijn vol heiligenbotjes in een kerk zonder kerkgangers. De hereniging van 1991 was net geweest, Duitsland kwam op stoom met de blik vooruit en het verleden onder controle. Maar iets in mij werd toch onrustig. Want hoe doods en bedompt het daarbinnen in dat zaaltje ook leek, stoffig was het er duidelijk niet. Hier kwamen regelmatig mensen langs met boenwas en plumeau, in plaats van een schep om Wilhelm in het holst van de nacht eindelijk een graf te geven. Dat zou wel zo veilig wezen, dat leek mij de hoogste tijd.
Met die gedachte ging ik op reportagereis voor VPRO's Passages Passanten, het mooie culturele radio-uur onder redactie van Ineke van den Bergen. De uitzending van 42 minuten was op 29 januari 1995 en is hieronder nog te horen.
Waarin ik Huis Doorn bezoek en in de sterfkamer van Wilhelm praat met conservator Dick Verroen. UvA-hoogleraar geschiedenis Frits Boterman vertelt over de traumatische jeugd van de keizer en in Flensburg bezoek ik monarchist Wolfgang Stribrny, die roept: 'Nicht zurück zu Monarchie, hín zu Monarchie!' Tussendoor is de stem van de keizer zelf ook te horen, toepasselijk stram en hol vertolkt door VPRO-collega Henk Willemse.
Natuurlijk wilde ik ook langs bij de Hohenzollerns en stuurde een verzoek naar de 18-jarige Georg Friedrich Ferdinand van Pruisen, eerste in lijn om de keizer op te volgen. Vast een jongen van deze tijd, zo dacht ik. Samen zouden we deze kwestie in een soepel gesprek wel even vlottrekken. Helaas, de prins was onbereikbaar. Hij bereidde zich naar verluid voor 'op zijn toekomstige taak', op geheime locatie en zorgvuldig afgeschermd van de pers. Maar zijn oud-oom prins Wilhelm Karl wilde wel afspreken in Hannover. Ik ontmoette deze laatste kleinzoon van keizer Wilhelm in een leeg, donker restaurant onder zware eiken balken, waar een knipscharende eigenaar ons naar een alkoof dirigeerde en de bestelling opnam - 'Kaffee? Jawohl Hoheit!' - waarop hij nogmaals boog en ons met een gordijntje kordaat afsloot van de eetzaal.
Wilhelm Karl bleek een alleraardigste man in een maatpak van perfecte Engelse snit, die ook niets anders dan aardige herinneringen had aan zijn grootvader in Doorn waar hij als kind iedere zomer logeerde. Bij aankomst lag altijd een rol Droste chocoladeflikken op zijn hoofdkussen te wachten. Opa en oma verrasten hem in 1927 met een fiets waarop hij leerde rijden op de rotonde voor het kasteeltje, wat een enorme indruk maakte op de vijfjarige Wilhelm Karl. Kortom: vertederend. Maar over zijn grootvader als keizerlijk instituut wou hij verder weinig zeggen. Jaren later vond ik wel een apologetisch artikel van zijn hand.
Anno 2023 is erfopvolger Georg Friedrich inmiddels een veertiger en flink in de ban van zijn duizendjarige familiegeschiedenis. Hier en daar probeert hij vergeefs kroonjuwelen, schilderijen en kastelen terug te vorderen, waaronder ook Huis Doorn dat in 1945 werd onteigend door de Nederlandse staat vanwege collaboratie van de Hohenzollerns met het nazi-regime. De monarchisten verweren zich altijd fel tegen dat stempel. Ze pochen met de gewetensvolle aristocraten die niets van Hitler moesten hebben en in het verzet gingen. Maar hoewel dapperheid op individueel niveau altijd bijzonder is, duiken helden, schoften en alles daartussenin op in iedere familie en door alle bevolkingslagen heen. Ook hierin is de adel verre van uitzonderlijk en godgegeven, dus het op die gronden terugvragen van verloren paleizen en kunst is behoorlijk ongepast.
Wat zeg ik? Dat is een gotspe van jewelste. Want hoe zit het met die talloze Europeanen en Afrikanen die hun bezit en levens kwijtraakten door de handtekening en landjepik van de Kaiser? Als kanonnenvlees in de loopgraven, of als slachtoffer van de Duitse volkerenmoord in Namibië? Waar kunnen hun nakomelingen zich melden om terug te vragen wat hen is afgepakt? Bij de familie Hohenzollern? Ik vrees dat noblesse oblige dan opeens niet meer opgaat. En dan zijn er wereldwijd nog al die andere koningshuizen en heersers met een duister verleden, dood of levend. Dus breder gesteld: waar kan elke aardbewoner verhaal halen over alles wat voorgaande generaties verloren door moedwil, pech en bloeddorst in de grillige en onrechtvaardige loop van de geschiedenis?
Nederland kan die loop van de geschiedenis een zetje in de goede richting geven door dat hele keizerlijke sprookje diep in de aarde te begraven, onder een grote zerk waarop alle namen van de slachtoffers staan gebeiteld. Iets voor overleg met Berlijn?